|
Logboek
Zo waar een logboek.
Waarom?
Omdat wij (Inze, Johannes, Femke & Gerfof) zitten te schuilen tegen
de regen in een bierhut op de camping.
Zondag 22 juli - Dag 1
8:30am: Vertrek. Nog geen 10 meter weg of al discussie over de te volgen
route. De chauffeur (Inze) nam uiteindelijk het doorslaggevende besluit,
hij reed tenslotte. Na 500 km en 5 1/2 uur in de auto, onderbroken door
enkele sanitaire stops waarin tegelijkertijd de arme benen van ons, Gerlof
en Femke, gestrekt konden worden (wij waren aan de achterbank toegewezen)
en enig voedsel tot de vermoeide reizigers kon worden genomen.
Ik raak hier enigzins verstrikt in mijn eigen taalgebruik. Drinken hadden we
kennelijk te weinig tot ons genomen, want na aankomst hadden we allemaal
knallende koppijn. Trier was trouwens makkelijk gevonden, een camping
was vers twee (een leuke wel te verstaan). Ik was democratish aangewezen
door de rest als kaartlezer en dat ging geweldig... Vier campings hadden we
nodig om een rustige camping met prachtig uitzicht op Saar + heuvelland
te vinden. We hadden al een gesloten + 2 drukke, bevolkt door rare Duitsers
campings gehad. Op de camping ware we snel geinstalleerd. Eten koken
was het volgende punt. Dat ging al even gesmeerd, al pasten twee pakken
spaghetti vrij moeilijk in 1 pan. 's Avonds zijn we in het bewuste plaatsje,
Koner, nog op zoek gegaan naar een kroeg / hebben we nog wat rondgelopen.
(Wie zei er nog maar weer dat in elk gat wel een kroeg te vinden was?) Terug
op de camping zijn we gaan slapen. En daar had ik persoonlijk gezien geen
problemen mee.
Reeds zijn we dag twee - 23-07-2001
dit is tevens een maandag.
Deze maandag begon om half negen toen onze tent warm begon te worden
door de zon, zon ja zon, we gaan naar Duitsland omdat het er niet zo warm
wordt. Maar na onze onbijt zijn we reeds naar de supermarkt gegaan. De
supermarkt om op geheel democratische wijze onze inkopen te doen. En
nadat we bij de duitse VVV (TEC) waren geweest om te hamsteren, was
het al weer reeds zolaat dat onze maag begon te roepen.
Na wat zoeken, vonden we toch nog wat schaduw onder een eenzame boom
op de camping, waaronder we vervolgens zo'n twee uur hebben geluncht.
Toen we eindelijk genoeg hadden van het liggen onder de eerder genoemde
boom, besloten we dat we maar weer eens actief te gaan doen. Omdat er
enig discussie was geweest over in welke richting de rivier stroomde, was
Saarburg een snelgekozen bestemming. Hier was namelijk, volgens
betrouwbare bron, een waterval gesitueerd. Wij verwachtten dat wij aan
deze waterval wel konden vaststellen welke kant de boel opstroomde.
Eenmaal aangekomen in Saarburg bleek dit echter niet zo simpel, aangezien
deze waterval zich niet in de Saar bevond, maar in een zijrivier. Hij was gelukkig
toch wel prachtig, en ook het boven de waterval hangende, niets zeggende,
kunstwerk was ook heel mooi om te zien. Ook bezochten wij in Saarburg onze
eerste kerk van de vakantie (6 uit 10 punten). Vervolgens beklommen wij de
lange trappen (het was nog steeds veels te warm) naar de burcht
(van SaarBURG). Het uitzicht van daarboven was prachtig en het was ook
vandaar dat Femke aan de andere kant van de stad een pitoresk kapelletje
spotte. Maar dit bleek echter een grote teleurstelling te zijn, aangezien dat wij
deze, na een slopende klim, in een kompleet vervallen staat aantroffen (4 uit 10
punten). Na deze kleine tegenvaller (Femke: "Een prettige desillusie."), zochten
wij de auto weer op en gingen weer terug naar de camping.
Hier hebben we na een kleine pauze onze maaltijd bereidt en zijn we de bui
gaan afwachten.... De bui? Ja de lucht werdt zwart & zwarter en toen
onweer: BHAM! Maar in de Biergarden was het goed vertoeven. Dus na
tien Bitburger's zijn we gaan slaapen.
-Zzzzzzzz drup drup ZZzzzzzz drup BAM drup Zzzzzz drup BAM drup ZZzzzz FLITZ-
Ja, het onweer was nog niet geheel over en hield ons nog enige tijd uit onze
slaap. Maar toen vielen we toch in een diepe slaap.
Dag 3
Wij hadden reeds op dag 2 besloten op dag 3 naar Trier te gaan, zodat aldus
alreeds geschiedde. Na een eenvoudig doch voedzame maaltijd vertrokken
wij rond een uur of 10:20 richting Trier. Na een half uurtje rijden waren we al op
de parkeerplaats bij het Rathaus aangekomen. Vervolgens konden we ons direct
verbazen over een heel wazig betonnen toren, die volgens onze plattegrond een
Hochbunker was. Volgens Gerlof was het een als kerktoren vermomd
afweergeschut, de rest vond het gewoon vaag. Vervolgens gingen we de stad
bekijken, wat inhield dat we de eerste beste kerk in gingen, waar we allerlei
praalgraven hebben bekeken.
Kerk 1 die we ingingen was de Basilica oftewel de Palastaula. Deze kerk scoorde
8 uit 10 punten. Opvallend was de sobere inrichting, die achteraf door een
bombardement bleek te zijn veroorzaakt. Kerk 2 was de Liebfraukirch (6,5 uit 10).
Dit was een vrij duistere kerk, waar de kinderen van Gerlof en Johannes fijn
konden steppen over het luchtrooster. Hierna was het de beurt aan kerk 3, te
weten de Dom. Deze scoorde 7 punten op de schaal van 10, voornamelijk
doordat het een samegeraapt zootje van stijlen was. Positieve punten waren
de geweldige beelden van: Maria met doek over de kop, die uitgelachen wordt
door een bisschop terwijl Jezus een gat in de lucht springt of de Ierse dans
uitvind en een beeld van een hele coole dood die een of andere protsigerige
vent kwam halen. In de kerk was de Rock vom Christ te vinden, alleen zag je
hier niets van. Verder was er nog een leuke binnentuin, waar enkele
bisschoppen begraven waren.
Na dit religieuze intermezzo zijn we maar een plek gaan zoeken om te eten.
Nadat we eindelijk een Kanditorei hadden gevonden die om 14:00 geen ontbijt
meer serveerde konden we gaan eten. Omdat om 15:00 ons parkeerkaartje
verliep gingen we hierna eerst maar terug naar de auto. Na hier wat gegeten en
gedronken te hebben en de auto in de schaduw te hebben gezet gingen we
weer terug naar het centrum.
We gingen naar het geboortehuis van mijn groot en lichtend voorbeeld Karl
Marx. Karl was op het moment zelf niet thuis, maar we mochten wel even van
zijn W.C. gebruik maken. En nadat we net te laat waren voor de Karl the Movie
zijn we de afgekoelde buitenwereld op gaan zoeken. Afgekoelde buitenwereld?
Tja het had reeds weer geregend en geonweerd. Maar ach we hadden onderdak
bij Marx thuis dus dat gaf niet. Maar de Port de Nigro moest ook nog bekeken
worden dus, druk, druk, druk.......
Na een korte wandeling waren we bij de Porta Negro en besloten deze te
beklimmen. Deze poort is oorspronkelijk door de Romeinen gebouwd, en is later
2x omgebouwd tot kerk. Hier hingen hele vreemde beelden aan de muur, zoals
een van een man aan een kruis, wiens hoofd was weggelaten om hem niet
herkenbaar te maken. Nadat wij deze onbekende hadden geidentificeerd als
zijnde Jozef hebben we de bovenste verdieping nog even bekeken en genoten
van het uitzicht. Uit het alreeds aangeschafte infoboekje hadden we gezien
dat we ook de St. Paulin moesten bezoeken. Deze kerk scoort een 9,
opgebouwd uit een 8 voor de kerk (zonder goud absoluut een 10!) en
een 10 voor kitsch (dat was dus de overdosis goud een pastelkleuren)*
*Aanvulling op deze verhandeling over de St. Paulin kerk. Waarschuwing:
het gaat hoogstwaarschijnlijk over in een zeer lovende aanvulling. Deze kerk
overtrof alles (het gaat hier over kerken) wat ik ooit gezien heb (en dat zijn er
heel wat) in kitscherigheid. Krullerige engeltjes en creaturen uit de hel, Maria
en andere vage figuren met de meest vlammende gouden aureolen. Kortom
KITSCH. (zodanig dat het bijna pijn aan je ogen doet. Betere uitdrukking:
Oogverblindend mooi) Vooral in combinatie met de schilderijen en de
plafondschilderingen. Vooral het plafond was het waard om kramp in je nek
van te krijgen. Bovendien piepten mijn schoenen zo ontzettend als ik over die
leuke marmer betegelde vloer liep dat ik geen stap meer durfde te zetten.
Maar goed, de schilderingen. Bedoeld om vrees en ontzag te wekken. Zeker
als je bedenkt hoeveel werk dat moet zijn geweest. Alles in vol anaat in de
wolken + enkele duivelsfiguren/demonen loerend vanaf de rand.
Ik word verzocht deze lofzang kort te houden. Dus ik beperk mij tot enkel
de opmerking dat het jammer is dat deze kerk geen versiering
(waterspuwers e.d.) had aan de buitenkant. Dat was wel de finishing touch
geweest.
Dus... Nou. Toen gingen we nog een mislukte fontein + zwervers bekijken.
Daarna op zoek naar een pizzaria. Die was snel gevonden nadat we ons
herinnerden dat die tegenover de lunch-site was. (....) Na de pizza de auto
weer opgezocht, Hij was er nog. De vage afweergeschut/kerktoren ook. We
konden er niet in. We hadden nog niet genoeg gezien van Trier dus
probeerden we tegen 08:00 's avonds nog even het Amfitheater te bezoeken.
Hij was dicht, gek genoeg. Maar door het hek bekeken was het duidelijk een
amfitheater. Daarna hebben we een uitkijkpunt / jongerhangplek /
homo-ontmoetingsplaats opgezocht. Mooi uitzicht, harde muziek van jongeren,
ideaal. Toen we vertrokken
hebben we nog even laten horen dat we eigelijk toch van andere muziek
hielden / houden dan hen. Op naar het volgende culturele hoogtepunt. Maria op
de heuvel. Van dichtbij was ze toch een stuk groter. Vanaf de heuvel hadden we
tevens een goed uitzicht op een brandje op het industrieterrein waar een aantal
brandweerwagens zich in allerijl heen haasten. Een ervan reed helaas, helaas
verkeerd. Op de terugweg vonden we het nodig een tourische route te rijden.
Onderweg nog een jager, inclusief mezelf, laten schrikken (dank je wel Gerlof).
10:00 's avonds terug op de camping. Nog wat gedronken in de Bierstube. Ik
ben vroeg naar bed gegaan. Johannes, Gerlof en Inze niet, geloof ik.
Er wordt mij verteld dat er nog enkele noemswaardige dingen gebeurt zijn
nadat ik naar bed gegaan was. Enkele Duitsers hebben de heren kennelijk
ontzettend laten schrikken door al fluisterend over te gaan in keihard gelach.
Voorts is "Rudolf the Rednosed Reindeer" uitbereid besproken in het
toiletgebouw, wat bijna een spiegel zijn bestaan kostte. Verder wil ik het niet
weten, denk ik.
Dag 4
Na het ontbijt, dat Femke hoogstpersoonlijk had gevangen bij de plaatselijk
bakker op het industrieterrein, aangezien de andere bakker direct na signalering
van onze aankomst zijn biezen had gepakt. Maar afijn, aangezien deze bakker
ook zeer goed weet hoe een en ander gecreeerd moet worden konden wij
genieten van heerlijke broodjes. Hierna zochten we op de kaart op waar Fell
te vinden was. Alhier is is namelijk een mijnmuseum gevestigd, en aangezien
het weer een warme dag beloofde te worden wilden we wel wat verkoeling
zoeken onder de grond.
Na een interessante route en een leuk onverwacht auto-telefoon gesprek
(Johan belde uit Venlo), kwamen wij uiteindelijk gelukkig toch nog aan bij de mijn.
De temperatuur was inmiddels al gestegen tot zeer warm, dus gelukkig begon de
rondleiding snel. Uitgedost in gele regenjas en dito helm vertrokken wij richting
het binnenste van de aarde, onder begeleiding van een monotoom pratende
Duitse Fuhrer. Het was een oude Lei-mijn, en ik had het gevoel dat we om iedere
hoek een stel zingende dwergen konden tegenkomen (al was het alleen maar
vanwege de hoogte van de gangen... het was maar goed dat we een helm
ophadden (mischien had Bert Vischer toch wel gelijk)).
Maar al met alla kwam het er op neer dat de mijn een grote partij geschied
vervalsing was. Met ruimtes uitgegraven die niet zo leeg waren. Vroeger zatten
die gatten vol puin maar om te laten zien hoe z'n grote ruimte hebben we hem
maar leeg gemaakt. Maar okee na dat we de koele mijn hadden verlaten was het
tijd om weer iets te slopen. Dit keer moest het semi-kristal van onze mijnwerker
het ongelden.
"Laten we het opruimen"
"Nee, niet doen"
klets, kling, oeps
"Kapot"
En dat moet nog wijn proeven ja.
Afijn, hierna zijn we maar even in de schaduw gaan picknicken. Het was in de
zon namelijk veels te warm om te eten. Dus, om een kort verhaal langer te maken
zijn we gaan eten. Vervolgens hebben we nog even een of andere rare ladder
aan een inspectie onderworpen. Johannes en ik (Inze) waren de enige die naar
boven durfden. Er viel verder niet veel te zien, maar toch. Inmiddels hadden we
besloten naar Grevenmacher in Luxemburg om de wijnkelders van Bernard
Massard aan een inspectie te onderwerpen. Bij binnenkomst van Grevenmacher
moesten we eerst op zoek naar een bank om Luxemburgse Francs te tanken.
Het koste enige moeite om een automaat te vinden die ons pasje slikte, maar
uiteindelijk zijn we toch geslaagd. Hierna werdt het tijd om ons aller Bernard
even op te zoeken, want we wisten nog niet precies waar hij woonde. Het bleek
eenvoudig te vinden zijn. Vervolgens moesten we bepalen welke rondleiding we
wilden hebben. Aangezien ik ook nog terug moest rijden hebben we maar
besloten de rondleiding met 2 glazen wijn te nemen. We kregen vervolgens een
tour door het bedrijf waar een Franssprekende in het Engels uitleg over het
productieproces gaf. We begonnen tussen een paar stapels flessen, wat
uiteindelijk 18.000 flessen per kant te zijn. Na de rondleiding kregen we een film
te zien, nou ja, 't was eigelijk een dia presentatie, over het wijnhuis, dachten wij...
Het bleek echter voornamelijk een film te zijn die benadrukte hoe geweldig
en idyllisch Luxemburg wel niet is. Nadat we bijna lid waren geworden van de
Luxemburgse Natuurmonumenten mochten we eindelijk wijn gaan proeven.
We moesten eerst kiezen wat we wilden proeven en vervolgens kregen we dan
ook de gevraagde soorten. Nadat we de proeverij had afgerond en Bernards
majestueze toiletten hadden getest gingen we over tot de aanschaf van enkele
flesjes wijn. Femke moest (natuurlijk) iets proeven wat niet op voorraad lag,
dus kon ze de Imperial niet proeven en moest noodgedwongen overgaan tot
een Brute aankoop. Hierna werden nog 2 doosjes wijn ingeslagen (1 door Femke
en 1 door mij). Toen werd het tijd om de wijn af te leveren bij de auto.
Ondertussen hadden wij door het wijnproeven een stevige trek gekregen, en
na een hopeloze speurtocht naar een normaal, betaalbaar restaurant, zijn we
maar weer pizza gaan eten, die overigens heerlijk was. Terug op weg naar de
auto hebben we nog een tractor (en een coins-for-care spaarpot) uit een
automaat getrokken. Die we vervolgens nog even hebben uitgeprobeerd op
de locale skateboard-hangplek, tot grote verbazing van de locale jeugd. Maar
daarna zijn we dan echt terug naar de camping gegaan, om ons tijdig voor te
bereiden op het spectaculaire avond/nacht-programma. Want geloof het of
niet, we zijn naar de DISCO geweest. Er is namelijk (waren we de dag er voor
achtergekomen) een disco op loopafstand van de camping (okay, hij was alleen
maar op woensdag en in het weekend open, maar hij was er)! Dus na wat
gekleedt enzo, vertrokken er een surfer, een regea'er, een paddington-gothic'er
en Femke richting de Disco. Hmmm, nou moet ik persoonlijk zeggen dat het
eigenlijk niet echt een fantastische disco was... de muziek was bagger, het
publiek net van de basisschool en de Bar-dozen kwamen niet van Venus,
maar waarschijnlijk uit een andere dimensie en de DJ had "alleen maar house
en R&B..." Dit maakte ons zo depresief dat zelfs een of andere dronken
idioot ons niet meer kon opvrolijken met zijn continue bizzare danspasjes. Het
was zelfs zo erg dat Femke zich bijna dood dronk. Het was dan ook ruim voor
sluitingstijd dat wij weer luidruchtig naar de camping en ons bijzonder lawaaig
naar bed begaven.
Dag 5. (de rustdag)
Na enige nuttiging van alcoholia de avond tevoren, begon deze dag met een
enigszins brak gevoel (dat behoorlijk lang aanhield) voor mij. De ochtend hebben
we dan ook hangend, liggend en slaap-inhalend doorgebracht. Na
boodschappen te hebben gedaan bij de fameuze 'Kaufland' hebben we koers
gezet naar de overkant van de Saar, waar we even een inspectie uit wilden
voeren. Vooral om 'onze' kant van de rivier van boven te bekijken. Na een
problematische routeplanning vonden we, via een weggetje dat oorspronkelijk
alleen bestemd was voor enkele dorpelingen die daar een volkstuintje
probeerden te onderhouden, een parkeerplaats met uitzicht. De parkeerplaats
bleek via drie wegen te bereiken (inclusief onze volkstuinen-route). Het enige
punt was dat ze alledrie verboden waren voor personenauto's die er niets te
zoeken hebben. Het deerde ons niet en het scheen het Duitse stelletje dat
dezelfde P had uitgezocht ook niet al te veel te zeggen. Nadat we aldaar enig
voedsel tot ons hadden genomen, ik niet al te veel zo geweldige voelde ik me nu
ook weer niet, reden we door naar Saarburg. We hadden 's morgens namelijk
het snode plan opgevat om daar de Rodelbaan + stoeltjeslift eens uit te gaan
proberen.
Nadat wij de auto hadden geparkeerd direct naast het beneden-station van de
stoeljeslift, kochten we vier retourtjes en namen plaat in de cabine/stoeltjes.
Hoewel Femke hier, aangezien haar ehm... probleem, eerst wat tegen op zag,
viel het uiteindelijk reuze mee. En na een 'spannende' rit en nadat we de
groeten aan onze moeder hadden gedaan, kwamen we (wonder boven wonder)
boven aan. Van hierboven had je een prachtig uitzicht over Saarburg en ook was
hier de eerder genoemde Rodelbaan.
Hier zag eerdergenoemde Femke nog veel meer tegen op. 'Problematisch' bleek
het echter wederom niet te zijn. Ik ga hier voor het gemak ervan uit dat
eeniedere gek die dit leest weet hoe zoiets werkt, 'rodelen.' Dus nou.. Het was
best wel leuk. Vooral het remgedeelte voor je de transportband opgesleurd
werd. Zo'n band gaat toch een stukje langzamer dan jij of je rodelbakje /
slee op wielen (met rem die je dus moest gebruiken) op het eerste gezicht
verwachtte. De tweede keer ging iets beter / geleidelijker. Nadat we de baan
na die twee keer wel zo'n beetje gezien hadden gingen we via de fameuze
'Sesselbahn' weer naar beneden. Op deze luchtterugvaart kwam ik de juiste
persoon tegen die mij kon vertellen waar je druivenplanten kon kopen en die
toevallig ook nog eens Nederlandse was. En Gerlof en Inze betreurden het
gebrek aan uitzicht, wat te wijten was aan enkele hoge bomen, waardoor de
wens de kop opstak een kettingzaag meegenomen te hebben. Alsof die nog in
de auto had gepast. Beneden aangekomen gingen we Saarburg nog even in
om wat te eten (ik had eindelijk trek), om kaarten + postzegels te kopen en om
druiveplanten te zoeken, te vinden en te kopen. Toen aan op de camping om
onze boodschappen van die ochtend om te zetten in voedsel. Tenminste,
naar bleek, een goedbedoelde poging doen tot. Plan de campagne was een pak
Rosti, een blik mexicaanse groentemix, een blikje tomatenpuree en een pot
appelmoes om te zetten in (hoe moeilijk kan het zijn) Rosti met groenteprut en
appelmoes. Na een goed gelukte soep uit pakje die ondanks de vermicelli-troep
better smaakte dan gepureerde koude tomatensoep, viel de rest een beetje in
de soep. Urenlang gepruts met Rosti + ranzige groetenmix zonder tomatenpuree
resulteerde in een hernieuwde missie: Patat halen. Missie geslaagd. Al snap ik
niet hoe frikandellen die eruit zagen als gehaktballen nog ergens naar schenen
te smaken. Daarna nog even in de Bierstube gezeten en toen vroeg naar bed.
Een gepast einde op een rustige dag.
Dag 6 (De Luxemburgdag)
Zoals gezegd was dit dus de dag dat we naar Luxemburg stad zouden gaan.
Alvorens af te reizen ging ik eerst even de camping betalen. De
campingbeheerster was 's ochtends vroeg al aan het grasmaaien aangezien
het daar 's middags te warm voor zou zijn. Na de vraag hoe warm het dan
eigenlijk zou worden kreeg ik als antwoord: 34 graden C. Oftewel heeerlijk weer
voor een stadswandeling. Toen werd het tijd om in de auto te stappen.
Gelukkig kon de airco aan in de auto om voor enige verkoeling te zorgen. We
hadden vrij snel een parkeergarage gevonden en ging toen op zoek naar de
meest verkoelende attractie. Toen we dus naar de kazematten waren gegaan
en aldaar op het diepste punt een zijgang waren ingekropen, werden we op
geschrikt door een geluid.....
"Auw, m'n duim" Het was Femke, die haar duim brande aan de aansteker
waarmee ze achter ons aankwam (om te kijken waar we waren en om niet haar
hoofd te stoten, niet om de burcht op te blazen door de verborgen kruitvoorraad
aan te steken of om ons in brand te steken.) Toen hoorden we weer een geluid
en besloten de donkere gang uit te vluchten. Het geluid bleek echter veroorzaakt
door de andere museumbezoekers, die ook de diepste gang opzochten.
Vervolgens ging we nog even kijken bij het bordje "Fin / Einde", wat betekende
dat de gang hier doodliep. Nu stond dit ook wel in ons bezoekersgidsje, maar
toch moesten we het even checken. Toen we vervolgens terugliepen waren net
de volgende toeristen de donkere gang aan het inkruipen op zoek naar spanning
en sensatie.
Hierna verlieten wij de casamatten en volgde de stadsmuur, op zoek naar een
plek om wat te eten en te drinken. Toen we weer verfrist waren ging we maar een
kijkje nemen in een grote kerk (Notre Dame), waar we al eerder waren langs
gelopen (5/10). Echt bijzonder was het niet, behalve dan dat er wat doden van
het hertogelijk huis bleken te liggen. Na de kerk volledig van binnen en buiten te
hebben bekeken, trokken we de stad weer door naar de volgende attractie. In
het Stadspaleis Luxemburg Stad werd een expositie gehouden van het werk
van Savador Dali. Terwijl buiten in de hitte allerlei rare dansjes deden vanwege
het "Summer in the City" festival, vluchten wij weg van deze waanzin, naar
binnen. De prachtige schilderijen, Etsen en Tekening van Dali, die, zoals de lezer
waarschijnlijk wel weet, bekend staat om zijn absurde werk, waren een must
om te bekijken. Er hing onder andere werk gebaseerd op Dante (prachtige
werken van Engelen, Duivels en de Hel) en illustraties voor Alice Adventures
in Wonderland. Toen we eindelijk uitgekeken waren, verdween Femke het
museumwinkeltje in waar ze aan de praat raakte met een Engels, Frans, Duits
en Nederlands (!) studerende verkoopster, terwijl Gerlof en Inze op de
begane-grond foto's van de Groot-Hertog begonnen te vergelijken met Hitler.
En ik, ik zat op de trap met hoofdpijn, omdat ik weer eens te weinig had
gedronken.
Toen iedereen klaar was en Femke nog even de tijgerkoe voor Gerlof op de foto
had gezet (ja, heel de stad stond vol met kunst-koeien), gingen we opzoek naar
een leuke plek om te eten. En hoe kan het ook anders, we kwamen weer terecht
bij een Italiaans restaurant. Al had alleen Gerlof deze keer een pizza. Na het
eten hebben we de auto weer opgezocht en vertrokken we met de auto richting
een, op de kaart gespotte, grote begraafplaats. Nou ja, dat probeerden we
althans. Wat echter niet op onze kaart stond vermeld was dat Luxemburg Stad
een (zeer) ingewikkeld 1-richtings systeem kent. Dus pas na drie keer een weg
richting de begraafplaats te zijn gepasseerd (die we dus niet in mochten rijden),
vonden we uiteindelijk toch de begraafplaats. Helaas was deze net 4 minuten
geleden gesloten, dus mochten we er niet meer in.
Gedesilutioneerd vertrokken we toen maar terug naar de camping, waar we nog
een lange tijd voor de tent hebben liggen discusseren over neerstortende
piano's, vleugels en hele vliegtuigen. Maar toen was het toch echt tijd om te
gaan slapen, want morgen moesten we weer fit zijn. Welterusten.
Dag 7
's Morgens vroeg op. Broodjes gehaald en nog even rustig ontbeten. Volgende
punt op de agenda. Inpakken.... Ging gezien de omstandigheden (er moesten
2 dozen wijn meer mee) behoorlijk goed. Het paste. (Arne had achteraf dus
best wel meegekund, zijn bagage in ieder geval wel) We vertrokken eerst
richting supermarkt. Laatste inkopen (vooral cd's en drank) gedaan, iedereen
in de parkeergarage getrakteerd op onze muzieksmaak en ons laatste Duitse
kleingeld (een deel in ieder geval) gedoneerd aan de flessenman. Hij was blij
verrast en hoopte ons het volgende jaar weer te zien. Vervolgens vertrokken
we richting Luik (Liege). Nadat we aldaar geparkeerd hadden gingen we het
centrum opzoeken. Een bouwvallige kerk gelijkend een pakhuis bekeken. De
schilderijen en beelden zagen er niet uit. Een schilderij had een scheur die
gelijmd leek te zijn met tape. Erg charmant allemaal. Archaish sfeertje. Nadat
we een beetje in het centrum hadden rondgehangen en in de cd-zaak een
flink deel van onze tijd hadden verbracht gingen we maar eens wat te eten
halen. Enkele muzikanten (charmant klassieke gezelschap) werden door de
politie heengezonden. Aangezien we nog wat kleingeld over hielden en
geen noodzakelijke uitgaven meer zagen opdoemen voor de rest van de dag
hebben we dat om ze te troosten maar aan de muzikanten gegeven. Op weg
naar de volgende kerk kwamen we een leuk dansgroepje tegen. Menig toerist
bleef staan om naar het goedbedoelende stel jongeren te kijken. Ondertussen
zagen wij de lol er niet meer van in en stonden op het punt verder te lopen.
Het dansje was kennelijk afgelopen en een meisje ging een toespraakje houden.
Ze had de zin "We have come all the way from Norway to tell you about Jesus"
nog niet uitgesproken of de menigte begon zich te verspreiden, wij voorop.
Volgende punt van aandacht was de kathedraal. Van buiten authentiek Luiks
(smogkleur) en van binnen werkelijk prachtig. Schitterende glas-in-lood ramen
en een indrukwekkend aantal schilderijen. Het beeld van Lucifer dat de kansel
flankeerde boezemde mij en hopelijk degene die de preek normaal houdt flink
wat ontzag in. Een beeld vol tragiek. Na nog een moment van bezinning
begaven we ons de kerk uit richting auto. Op de terugweg misten we de
interssant uitziende cd-zaak die we op de heenweg hadden gespot, maar door
de foeilelijke kerk, waar onze (Inze's) auto vlakbij stond, als orientatiepunt
te nemen vonden we de auto terug. Nu vertrokken we dan eindelijk echt
richting huis. Jammer genoeg reden we aan de verkeerde kant van de rivier
dus misten we alle interessante, spannende tunneltjes.
Onderweg stopten we even bij een pompstation in Limburg waar Gerlof prompt
zijn fles whisky de auto uitschopte, die op de klinkers stuksloeg. Tragisch, erg
tragisch. We hebben hier nog even een ijsje gegeten en daarna zijn we verder
doorgereden naar huis. Een kwartier voor aankomst nog even gebeld met
de familie Pronk, zodat er voor koffie gezorgd kon worden. De koffie smaakte
goed. Hierna werd ik thuisgebracht. En Johannes. En Inze kon zichzelf redden.
De douche was een godsgeschenk en mijn bed lag hemels, om even in de
kerkelijke sferen te blijfen.
Een geslaagde vakantie zou ik zeggen.
Iemand anders nog commentaar?
Uhm... neen.
|