Logboek
 

Home

Logboek
Inhoud 2005

Zomerkamp Lignum Inane 2005
"La queste pour la virgine divine"

Virgine Divine
Arne Pronk,
Femke Bos,
Inze v.d. Lei,
Hans Rosing,
Johannes v.d. Werf,
Maaike Yedema.


Dag 1: Oosterwolde - Beaugency (940 kilometer)

Stam LI ging er ook dit jaar op uit. Ditmaal naar het vakantieland bij uitstek, Frankrijk. Omdat het een lange reis zou worden hadden we besloten om vroeg te vertrekken. Maar van dit mooie plan kwam helaas niets terecht omdat zowel Inze, maar vooral, Femke het blijkbaar niet begrepen hadden. Maar uiteindelijk reden we om 5.45!! uur uit Oosterwolde weg. Hans reed de eerste shift.

Via Zwolle, Apeldoorn, Arnhem, Eindhoven en Valkenswaard gingen we bij Neerpelt de grens met Belgie over. Via Hasselt, waar we een sanitaire stop hebben gehouden, Sint-Truiden en weet ik veel waarlangs... snurk fluit... snurk fluit... Ik ben in slaap gevallen. Misschien dat iemand anders hier meer over te vertellen heeft.

Halverwege Belgie heb ik het rijden van Hans overgenomen, nadat hij bijna 5 uur achter elkaar aan gereden heeft (pauze van 15 minuten niet meegerekend). In Belgie rijden is fantastisch. Slecht wegdek, ontbrekende markering, slechte bebording en een prachtig heuvelachtig landschap. Gelukkig dat we snel over de grens met Frankrijk kwamen. Niet dat de bewegwijzering e.d. beter wordt, maar ik begrijp 90% van de aanwijzingen niet. Dus het wordt wel een stuk makkelijker. Doordat we te krenterig zijn om de tolwegen te betalen moeten we helemaal tussendoor. Dan kom je door plaatsjes als Sedan en Charleville-Mezieres.

Na een stuk A34 (flashback) kwamen we in Reims aan, waar we in een McDonald's gingen eten. Daar kwamen we er trouwens achter dat Franse vrouwen niet allemaal lelijk zijn en dat er zelfs Fransen zijn die Engels spreken. Femke nam het rijden over en Maaike ging navigeren. Na weer een flashback (Epernay en Montmort (een dubbele S-bocht Op de camping... bergop is toch wel moeilijk)) kwamen we in ook voor ons onbekend gebied.

Ja, ik ging dus een "stukje" rijden. Nadat ik bij de McDonald's al wat warme chocola door mijn neusvleugels een nieuw leven had gegund voelde ik mij gesterkt de rit naar Orleans aan te vangen. De mannen vermaakten zich achterin en Maaike riep af en toe wat aanwijzingen over de muziek heen. Ik kreeg verder weinig mee van dit alles, behalve het voorbij hobbelende landschap en de zwaartekracht die mede ons voertuig voortduwde. Tot Orleans, waar het wegen langs de Loire vinden toch moeilijk bleek. Richting Le Marne zetten wij de tocht voort, maar dit wierp geen vruchten af. Ik had het ondertussen wel gehad... moe... rugpijn... etc. Stoppen. Na een plas- en bespreek-de-te-volgen-route 'pauze' verder in de richting van Beaugency aan de Loire voor diesel en een camping. Diesel was aldaar snel gevonden; helaas was de pomp er niet mee eens en spuugde deze geen diesel maar onze pasjes uit. Een Fransman bood uitkomst door ons uiteindelijk, na wat onverstaanbaar gebrabbel, richting de volgende wel werkende pomp leidde in zijn wel snelle Peugeot. Dus, getankt. Vandaar een rit terug om op een eerder punt de rivier over te steken en de weg daar weer te volgen richting Blois, om in het wonderschone plaatsje Beaugency een camping aan het water te vinden. Hier had iets sneller gekund, n'est ce pas?????? Anyway, fijn geinstalleerd op de camping, gekookt en geslapen.


Dag 2: Beaugency

Na een heerlijk ontbijt met croissants gingen we op zoek naar een supermarche. De kerk van Beaugency. Onderweg kwamen we er achter dat Beaugency best wel een pittoresk plaatsje is. Inclusief Pizzeria's. Maar goed, boodschappen...

We hebben dus boodschappen gedaan. Daar kun je natuurlijk heel erg over uitweiden, maar je kunt het ook gewoon achterwege laten. Op naar de Toerist Information Centre, maar dan op zijn Frans. Na de nodige hoeveelheid boekjes meegenomen te hebben gingen we Beaugency verkennen.

Langs het standbeeld van Jeanne d'Arc liepen we naar de plaatselijke kerk. Dat was nog best een mooie grote kerk vol met glas-in-lood ramen. Uiteraard ook van onze maagd. De naast de kerk gelegen schuiltoren was helaas gesloten. De basis van deze kolos is 4 meterbreed, althans, de muren zijn 4 meter breed. Bovenin waren de muren nog maar 2,5 meter breed.

Nadat we waren uitgekeken in Beaugency vertrokken we richting de aan de horizon gespotte kerncentrale. In ons infoboekje was namelijk vermeldt dat hier een infocentrum gevestigd was. Dit konden wij natuurlijk niet aan ons laten voorbij gaan. Geen nucleair gevaar zo groot, dat Lignum Inane niet groter kan maken. Helaas bij de centrale aangekomen werd ons, door de toegesnelde gendarmerie, medegedeeld dat het gebouw gesloten was in verband met een code rood. Oftewel, Nucleair gevaar... een terroristische dreiging. En ons busje werd dan ook weer wantrouwend nagekeken toen wij weer vertrokken.

Niet direct uit het veld te willen zijn geslagen, trachten wij nog even via wat obscure kleine weggetjes de kerncentrale te bereiken, maar ook hier hadden de wegafzetters ons plan voorzien en moesten wij helaas afdruipen (maar dan wel via een toeristische route). Naar de camping alwaar wij gingen eten. 's Avonds hebben we rijst gegeten. Vervolgens begon onze buurvrouw te krijsen. We dachten dat ze een of ander hoogtepunt had bereikt met haar reisgenote. Toen ze hetzelfde geluid later nog eens liet horen hadden we in de gaten dat wij wat te luidruchtig waren.


Dag 3: Orleans (op zoek naar de maagd)

Vroeg in de morgen om 9.30 uur stonden de LI'ers weer op met een missie!!! Namelijk een bezoek brengen aan Orleans om daar Jeanne d'Arc te ontmoetten en wat over haar geschiedenis te leren.

Eenmaal aangekomen in Orleans hadden we meteen al wat problemen met de moderne parkeergarages in de stad Orleans. Tegenwoordig zijn de meeste auto's namelijk lager dan Kathedraal van Orleans 1.90 meter. De bus dus niet... en dat hadden we bijna in het dak vereeuwigd... Afijn, na een half uur rondgereden te hebben hadden we dan eindelijk ons plekje gevonden. Snel naar de Office de Tourisme om ons aan te melden voor een rondleiding door de stad Orleans.

Later werden we opgehaald door een heel klein gidsje. We kregen een rondleiding van 2 uur. Eerst een uur door de kathedraal en daarna een uur door de stad. We begonnen met een klim in de toren tot een meter of 32. Vandaar hadden we al een mooi uitzicht over Orleans. Aan de horizon gloorde de nieuwe buitenwijk van Orleans, waar de universiteit en wat industrie gevestigd zijn. Op de omloop waar we waren ontbraken wat beelden, allemaal de schuld van de protestanten. Vervolgens wilde onze gids graag weten wat ons geloof was. Ze wilde ons niet voor het hoofd stoten. Dit kwam vooral door ons gegniffel na de opmerking dat het de schuld was van de protestanten.

Hierna gingen we binnen kijken, waar we boven de gewelven en onder het dak konden kijken. Voor het dak was zo ongeveer een heel eikenwoud gekapt, als ik het goed begreep. De klim ging vervolgens naar 40 meter, de basis van de 2 torens. Helaas mochten we niet hoger, maar gezien de technische staat van de kathedraal was dit waarschijnlijk voor onze eigen veiligheid.

Na wat uitleg was er de mogelijkheid om vragen te stellen. Dus was het tijd voor de onvermijdelijke vraag:

"WAAROM LIJKEN ALLE WATERTORENS ZO OP ELKAAR?"

Even was de gids uit het veld geslagen, maar daarna kwam het verlossende antwoord. Omdat Janneke van Orleans het overheidsgebouwen zijn. Waarschijnlijk was de aanschaf van enkele honderdduizenden torens goedkoper dan verschillende ontwerpen te laten bouwen. Hierna moesten we uitleggen dat het ook anders kan, en dat wij er architecten op los hebben gelaten.

Na het bezoek aan de toren gingen we de Middeleeuwse stad in. Hier gingen we oude gevels bekijken en het huis waar de moeder en de broer van Jeanne d'Arc gewoond hebben en de kerk waar de moeder van Jeanne d'Arc heen ging. Vervolgens gingen we wandelen door de leerlooiers en slagerswijk, waar het vroeger erg gestonken moet hebben. We sloten af met een of andere tempel en het Place de Republique.

Toen was het tijd om op jacht naar voedsel te gaan. Het was inmiddels al 12.30 geweest. Nadat we de toko's op het plein hadden afgekeurd gingen we verder op zoek naar eten... wat er uiteindelijk in resulteerde dat we een rondje langs de kathedraal hebben gelopen en op dezelfde plek zijn uitgekomen, nog steeds met een lege maag en een volle blaas. Vervolgens zijn we maar een broodjeszaak ingedoken, waar ze Godzijdank een toilet hadden.

Na een heerlijke lunch togen we naar het oude stadhuis, waar een prachtig beeld van Jeanne d'Arc staat. Hierop is zij te zien dat ze niet is gestorven aan verbranding, maar door een klap op haar hoofd. Binnen hingen wat oude kleden en stond wat oud meubilair. Er hing ook nog een prachtig schilderij, dat bewoog als je er langs liep. Volgens Johannes een waar meesterwerk, waar met uiterste precisie twee knappe mannen op verbeeld worden. Verder was het niet echt interessant, maar ach, het was gratis.

Na Het straatje van mevr. d'Arc, Orleans. het stadhuis gingen we het grote beeld van Jeanne bewonderen. Jeanne te paard. Dit was een iets minder bevredigend beeld als dat in Reims staat. Toen was het tijd om het Jeanne d'Arc museum op te zoeken. Dit museum was gevestigd in het Jeanne d'Arc huis. Je raad het al, Jeanne heeft hier ook een nachtje gelogeerd. De gevel was ook al 3,5 meter verplaatst, dus eigenlijk niet echt een origineel Jeanne d'Arc huis. Afijn, het ging om de binnenkant. In het museum stond beneden een maquette van het dorpshuis van Rouen waar Jeanne op de brandstapel is gegaan. Boven was een grote maquette van de slag om Orleans, waar een audioverhaal bij was. Tijdens dit audioverhaal werden verschillende delen van de maquette uitgelicht. Erg mooi, de maquette was erg waarheidsgetrouw gemaakt met spartelende verdrinkende poppetjes.

Het duurde wel even voor we de Egelse versie kregen, aangezien we in de Duitse versie binnen kwamen vallen en er daarna voor een slecht ter been zijnde Franse bejaarde eerst een Frans versie gedaan moest worden. Dus togen wij naar de Jeanne d'Arc zolder waar de winnares van de Miss Jeanne d'Arc verkiezing op een groot banier stond met haar oma. De rest van de zolder was ingericht met de vorige missen Jeanne, die wij vervolgens nog eens hebben beoordeeld. Hierna de maquette met toelichting. Erg interessant. Hierna nog wat kaarten gekocht en daarna vlug naar buiten.

Bij aanschaf van een kaartje voor het Jeanne d'Arc huis krijg je gratis toeging tot het Charles Pequig museum, dus gingen we op zoek. Al snel hadden we het museum gevonden en gingen we enthousiast naar binnen. Helaas was alles in het Frans en bleek onze vriend Charles een *kuch* :-) schrijver, een dichter en nog veel meer te zijn. Alleen was er van het hele museum niets te begrijpen. Zelfs de "Who's who in France" was in het Frans!!!. Na deze deceptie (maar wel gratis!!!) zijn we maar naar de bus gegaan en Orleans uitgevlucht.

Op de camping aangekomen hebben we nog even rondgehangen en daarna op naar het rustieke centrum van Beaugency. Hier hebben we heerlijk gegeten bij de pizzeria waar we nog met wat Nederlanders (ook scouts!! Nou ja, 2 van de kinderen dan). En toen kwam de avond van Hans: de Ierse pub.
Hier hebben we genoten van een heerlijk pintje Guinness en Kilkenny. Hierna gingen we weer richting camping, waar onze slaapzak op ons wachtte.


Dag 4: Chartres

De dag begon weer eens vroeg, omdat we een lange zouden gaan maken. We vertrokken met een busje en halverwege hadden we een formule 1 auto... De uitlaat had het begeven. Gelukkig bereikten we het rustieke, doch toeristische plaatsje van Chartres zonder brokken. We wisten op dat moment niet eens wat er precies mis was met de bus.

Nadat we na wat zoeken een parkeerplaats in de schaduw hadden uitgezocht (en een kaartje hadden gekocht voor 3 uur, die geldig was voor 11 tot 16 (????)) gingen wij op zoek naar de VVV (oftewel, le/la/les Office de Toerisme). Hier was echter niet veel spannends te doen, dus Past er *net* op... vervolgden we onze weg richting het doel van de expeditie van de dag.

In Chartres staat namelijk een kathedraal. En niet zomaar een kathedraal, nee, een hele bijzondere kathedraal, een hele beroemde kathedraal. Een kathedraal die uitblinkt in laat-gotische stijl met prachtige glas-in-lood ramen en meer van dat soort dingen. Volgens de foldertjes anyway.

Dat wilden we dus wel eens zelf zien.

De voorkant is in ieder geval indrukwekkend. Met zijn twee torens, uit twee heel verschillende bouwperiodes, paste hij maar moeilijk op de foto's. En met de indrukwekkende Romaanse westelijke gevel met vele beelden en taferelen.

We besloten eerst een rondje buitenom te maken. Alle hoeken en gaten van de buitenkant waren volgepropt met zooi. Beelden, waterspuwers, friebeltjes en nog veel meer. Erg indrukwekkend allemaal. En aan de achterkant (oostzijde) hadden we ook nog een mooi uitzicht over de stad Chartres.

Ook de deuren aan de noord- en zuidzijde waren prachtig versierd. Tussen de prominenten aan weerzijde van de deuren was zelfs mijn naamgenoot (met hoofd nog op de juiste plek aanwezig). Een groot feest!!!

Nadat we ook nog even wat obscure voor-gotische beelden hadden bekeken van harp-spelende paarden met enorme 'klokkenspelen'(kuch) trokken we de kerk binnen.

Binnen in de kerk was het donker. Erg donker zelfs. De glas-in-lood ramen waren zo veelvuldig gedecoreerd, dat er bijna geen licht meer binnen kon komen. Ook binnen was genoeg te beleven. Helaas was het grote labyrint (verwerkt in de vloer van de kathedraal) versperd met stoelen. Maar gelukkig kon er wel worden genoten van de omloop van het koor, Maria op het paaltje en de hoofdkap van Maria, wat ook gesitueerd was in de kerk. Persoonlijk vond ik de binnenkant niet extreem bijzonder, maar dan zijn priegel glas-in-lood ramen ook niet aan mij besteed. Geef mij maar een groot plaatje per raam, i.p.v. 200 kleintjes.

Afijn, toen ook ik eindelijk binnen was uitkeken, rommelde er al meerdere magen van de honger. En dus begaven wij eens richting de lokale broodjes toko, alwaar wij allemaal onze lunch Een beestje donker binnen in Chartres. insloegen, om vervolgens deze op het heerlijke zachte gazon voor de kathedraal in het zonnetje te nuttigen.

Hierna gingen wij op zoek naar de kassa van de cryptes. Je kon ook de toren beklimmen, maar dat koste een belachelijke 6 euro pp of zo. De cryptes daarentegen kostte maar 2 euro pp of zoiets dergelijks; inclusief gids.

Nou sprak de gids geen woord dat geen Frans was, maar goed, zonder hem mochten we er niet in en we kregen van de mevrouw bij de kassa een papiertje met Engelse (en Duitse) uitleg.

Toen de rondleiding na een uur dan eindelijk begon (in de tussentijd hebben we wat kaartjes geschreven en had Hans de bus weer in de schaduw geplaatst) kwamen we er al snel achter dat de gids inderdaad niet te volgen was. Dus gingen we zelf (samen met de andere eenzame buitenlandse toeriste) maar op onderzoek uit. Helaas volgde de gids een andere route als wij en was hij klaar met zijn toer en stonden we weer buiten, terwijl wij nog op de helft van ons briefje waren. Pfff, erg suf.

Nou ja, hier na was het tijd om weer huiswaarts te keren. Onderweg deden we nog wat boodschappen voor het avond eten. En oja, de bus ging nu echt kapot. Een tering herrie maakte die, en na veel gezoek bleek het dus echt aan de uitlaat te liggen. Bah, nou ja, dan morgen maar naar de garage in Beaugency.


Dag 5: VW-dag en Briare

Aah, dit was voor mij een dag om heerlijk uit te slapen. Hans, Arne en Femke gingen in scoutinguniform op pad om in de omgeving een garage te vinden die onze geliefde bus zou kunnen fixen. Met veel lawaai reden ze weg, wat ook de reden was om die garage op te zoeken. Ondertussen bleef ik lekker door slapen. Wie weet hoe lang het zou duren. Misschien kan iemand de bus maken en dan zouden wij (Inze, Johannes en ik (Maaike)) een aardig deel van de dag op de camping doorbrengen. Ik persoonlijk zag dat al helemaal zitten. Ik zou de buren gaan observeren en bijhouden wat ze deden. Ik zag het al voor me. Opstaan, ontbijten, het oude mens woordzoekers en het jonge mens met de diskman in haar oren (nou ja, de oordoppen van de diskman), ons vuil aankijken, vloeken en tieren op het moment dat de bus terugkwam. Woordzoeker en diskman tafel verplaatsen naar vlak voor de tent, in de tent gaan zitten, slapen (......) vloeken, echt slapen.

Maar mijn plannen werden abrupt verstoord toen Hans, Arne en Femke terugkwamen op de camping. Alle garages waren al op vakantie of gingen de volgende dag op vakantie. Ze hebben echter wel een routebeschrijving meegekregen naar een VW-dealer in Orleans. Afijn, De VW-dealer, ja!, ze hadden er een in Frankrijk... ook Johannes en ik zijn maar eens opgestaan en hebben vervolgens met zijn allen ontbeten/gelucht. Na de lunch togen we met zijn allen richting Orleans, maar natuurlijk niet over de A10, want dat is een tolweg. En inderdaad, Johannes wist ons goed naar het juiste adres te navigeren. Daar aangekomen gingen Hans en Inze informeren bij de mensen binnen. En helaas, dit was de occasion. De reparateur zat daar en daar. Parijs, tolweg volgen en dan vlak voor de tolweg op de rotonde naar rechts. Dus toen we ons letterlijk voor de tolpoorten bevonden zijn we tussen de vangrails door naar de andere wegheft gegaan en weer omgekeerd. Vervolgens kwamen we bij de Volkswagen reparateur aan. De hele bus uitladen zodat de goede man kon zien wat er mis was. Hij was al helemaal verbaasd dat de motor achter zat. Maar goed, het was al snel te zien dat de boel verroest was. Daar kon dus helaas niets aan gelast worden. Valt het al op dat ik geen idee heb waar wat precies is en wat het is? Er zou een nieuwe plaat onder moeten komen en na wat gebel kan deze zaterdag geleverd worden, de dag van ons vertrek. De kosten werden dan euro 650,=, voor het onderdeel alleen al.

Dat was toch iets te veel van het goede. Teleurgesteld dropen we af naar, naar, naar, de bus. We hadden gewoon pech gehad en zouden maar gewoon rustig aan moeten doen.

Berustend in onze situatie besloten we gewoon maar weer verder te gaan met de vakantie en vertrokken wij met veel lawaai richting Briare.

Onze vakidioten hadden namelijk gelezen dat hier een groot kanaalaquaduct over de Loire was gesitueerd en die moet natuurlijk worden bezocht. Na enige bordjes te hebben gevolgd (en na een grote omweg, een plaatsje eerder, die zo nieuw was dat ie nog niet op onze kaart stond) parkeerden wij onze F1-bus vlak bij het aquaduct.

Deze aquaduct, ontworpen door de heer Eiffel (ja, die van de Eiffeltoren en het Vrijheidsbeeld) aan het einde van de 19e eeuw, is de langste in zijn soort in europa. Natuurlijk moesten wij er Aqua-duct in Barbie... ik bedoel Briare.. ook overheen. En dat was geen probleem, want het aquaduct had een breed voetpad aan weerzijde van het water. Aan de overkant was een of andere rare Fransman zijn geit aan het uitlaten. En nadat ook hier de nodige foto's waren genomen trokken we het via het andere voetpad weer terug richting de bus.

Hierna reden we de bus naar het centrum van Briare. Meerdere mensen hadden namelijk postzegels nodig, en in Briare zochten we dus het postkantoor op. De stugge Franse vrouw in het postkantoor vond het maar onzin dat wij ansichtkaarten naar het buitenland wilden sturen en deed dan ook zo moeilijk mogelijk. Voor iedere kaart kregen we drie postzegels en ze hadden nog een hele, hele vieze smaak ook.

Maar toen we eindelijk uitgelikt waren, hebben we nog even het plaatselijke kerkje van binnen bekeken.

Nou, heb ik begrepen dat sommigen het nog best een mooie kerk vonden, maar ik kan mij echt op geen enkele manier positief uitlaten over dit gedrocht. Nu moet je begrijpen dat het plaatsje Briare een of andere belangrijke connectie heeft met mozaiek en met email. Er was ook een museum voor of zoiets.

Nou goed, de hele kerk, van binnen en van buiten, was dus bedolven onder lelijke mozaieken 'kunstwerkjes". Allemaal ziekelijk glanzend van de email. En als je dacht dat de buitenkant al vies glimmend was, de binnenkant was helemaal een chaos. Nog meer mozaiek, kapelletjes gevuld met afval, een Jezus afbeelding die meer op een ministek-werkje leek dan op een mozaiek en nog een afgezonderd kapelletje met een heel groot glimmend hert op de vloer en een paar hele hele wazig beelden van o.a. Jezus met hele grote handen.

Afijn. Tres lelijk dus allemaal. Tijd om maar weer eens terug te gaan naar de camping. Dus na een toeristische route te hebben uitgeplot, vertrokken we weer huiswaarts, onderweg natuurlijk nog wel even stoppen bij een supermarkt voor het avondeten (en merang, ze hebben merang!!!).

Dus....


Dag 6: Chambord et Cheverny

Chambord... aardig optrekje, niet? Ja ja, eindelijk is het dan zover!! De kastelendag. Daar waar het Loiregebied bekend om staat. Kastelen.

Aangezien de kastelen wel in de buurt van de camping waren hoefden we niet zo vroeg weg en konden dus rustig aan doen. We vertrokken met de bus richting Chambord. Ik zou kaart lezen en had de route uitgestippeld. Na de eerste twee kruisingen, vlak na de camping stond Chambord al aangegeven op de borden. Tot zover het 'lezen' van de kaart. Om 11.00 uur volgens de tijdinstelling van mijn camera (die van Hans en Inze hadden hele andere instellingen) heb ik de eerste foto geschoten van kasteel Chambord.

In de folder die we kregen stond te lezen wie er allemaal gewoond hebben. Verder stond er vermeld welke ruimte waartoe diende. Het meest opmerkelijke van het kasteel is de wenteltrap in het midden. Dit zijn trappen die om elkaar heen draaien. Echt briljant.

Alle kamers van het kasteel zijn al heel lang leeggeroofd van meubilair. Dus alles was vrij leeg. Ik moet wel even zeggen dat ik de schilderijen wel erg mooi/leuk vond. Maar goed. Lege ruimtes moet je opvullen. En wat doe je dan als beheerder van deze zooi. Je huurt een Kijke, kijke, niet kopuh... "kunstenaar" in. Of architect, weet ik veel. En wat doet zo'n kunstenaar, die haalt de natuur naar binnen. Dus je loopt een van de verblijven van Frans I in en je ziet: 2 vechtende herten, zwijnen, vogels, noem maar op en ze waren er. Overal. Elke ruimte, die belachelijke beesten. Afschuwelijk gewoon. Volgens een mede Hollander waren we te calvinistisch en moesten we weet ik veel wat hij ook al weer zei. Het was in ieder geval te lachwekkend voor woorden.

Op de bovenste verdieping was nog een of andere idiote expositie te zien wat neerkwam op heel veel hertengeweien, pornografische herten, dierlijke KKK leden, griezelijke groen belichte berenskelet en nog wat rarigheden. Nou niet bepaald de moeite waar. Al was er wel zo'n klein Japans vrouwtje dat begon te gillen bij het zien van het skelet. Zeker nooit in de Biochron in Emmen geweest...

Op het dak kon je ook nog komen. Dat was wel heel mooi. Je had aan alle kanten ver uitzicht over het natuurpark. Ook het kleine torentje in het midden was erg mooi. Toen we dit bekeken hadden wilden we weer gezamenlijk naar beneden. Een probleem:


WAAR IS HANS?????

Okee, Johannes bleef bij de uitgang naar de trap en de rest deed elk een rondje over de vleugeltorens om weer bij Johannes te komen. Helaas, geen Hans. Ach, dan zal hij wel beneden bij de trap staan te wachten... Helaas, geen Hans. Toen ben ik even buiten gaan kijken, bij het toilet, in de boekwinkel, oeps, nu mag ik niet meer naar binnen, door het poortje terug sneaken. Terug naar de trap. Er waren echt overal trappetjes... Onderweg kwam ik Johannes nog tegen. Terug bij de trap was iedereen weg. Ja, nee... dat is handig. Gelukkig kwamen Inze, Femke en Arne wel weer terug. Hans zou toch niet naar buiten gegaan zijn??? Nee....

Johannes is toch maar even gaan kijken buiten het kasteel (maar eenmaal buiten en je mag eigenlijk niet meer naar binnen). De andere 3 gingen boven weer alle kamers bij langs terwijl ik beneden om de trap bleef cirkelen. Na een tijdje kwam Johannes terug met de mededeling dat Hans buiten zat.

Alles toch weer goed. En dan denk je misschien, had je niet kunnen bellen? Helaas moesten we onze tassen inleveren voor we naar binnen gingen. Met daarin de telefoons...

Enfin, eenmaal allemaal buiten aanbeland, zouden we in de zon tot rust komen. Beetje touren, beetje de aankopen uit het winkeltje/souveniermall-gebeuren bewonderen, wat sultana's eten en constateren dat er nog wel wat substantieler voedsel nodig was om de honger te stillen.

Dus eten!!! Helaas moesten we hiervoor weer een werkelijk oogverblindende terugtocht ondernemen om aan de andere kant van het kasteel in het toeristen eetparadijs te kunnen laven. De zon was doorgebroken en wat bij binnenkomst een mooi aangeharkt pad naar het kasteel was leek nu op de eerste de beste helse zoutwoestijn. En ik had mijn zonnebril in de auto laten liggen.... pijnlijk. Het eten was goed, alleen onze omgeving leidde de aandacht wat af door, de naar onze maatstaven, afwijkende aanwezige of afwezige kledingvoorschriften. Blijkbaar is een flink decollete niet altijd iets wat de heren graag zien.


Volgende reisdoel: Cheverny
(Le chateau du val de loire le plus maqnifiquement meuble)

Smaakvol, strak landhuis dat dit keer aan de binnenkant ook redelijk intact was gebleven. Het meubilair en andere snuisterijen waren dan ook in overvloed aanwezig. Mooi, maar voor leeg en kunstzinnig valt dan ook wat te zeggen.

Anyways, we gingen dit kasteeltje bezoeken. Publiekstrekker is nl. dat dit bouwsel model heeft gestaan voor Molensloot van kapitein Haddock in Kuifje. Dit Franse Moulingart had Kom Bobbie, pak die gemene man! mij dus al enigszins van tevoren betoverd en ge-enthousiasmeerd. En het leek er ook nog echt op, sprekend...

Helaas was het al wat te laat en was de rest iets minder lyrisch over Tin Tin, dus bezochten wij niet de expositie 'geweid' aan de avonturen van Kuifje. Binnen volgende wij de route, bewonderden wij het allegaartje van schilderijen, servies en wapens, en buiten liepen wij wat rond, vereerde de souveniermall met een bezoek en maakten de verplichte en langverwachte groepsfoto voor het kasteel, prachtig.

Daarna werden wij naar de uitgang gebonjourd en werd het tijd niet te lang te dralen in de volgende giftshop en de auto op te zoeken. De terugweg was een stuk ingewikkelder dan verwacht, maar ja, borden volgen vinden we saai en dan zijn alternatieve routes wel snel gevonden maar net snel opgevolgd. Op de camping gingen we uitproberen hoe de frieten smaakten bij de bakker/winkel/kantine ofwel de snackbar. Lekker dichtbij. Buiten zaten we prima aan onze frieten, salades, water e.d. tot we wel erg bedreigd werden door regen (een paar weinige spetters van deze vakantie) en naar binnen gingen om te genieten van lawaai, oude muziek, rook en een quiz/trivia apparaat. Olee.

Na de maaltijd nog wat in de bus en tenten rondgehangen en daarna ins bett, want de volgende dag vroeg op om de terugreis aan te vangen.


Dag 7: Naar huis; dwars door Parijs

Groeten uit Beaugency... Ach ja, heerlijk om 6 uur opstaan, wat koud water in je gezicht, spullen inpakken, de tenten afbreken. We waren nog vrij rustig geweest, maar nadat iemand kennelijk de kist met keukengerei had omgegooid vond een onzer buurvrouwen het weer welletjes en uitte zij weer iets orgastisch in het Frans, ofzo. Ik weet het niet, ik was er niet helemaal bij, water in mijn gezicht gooien of anderszins wakker worden.

Nu konden we dus vrijuit lawaai maken. Gelukkig maar, want de bus moest nog ingepakt worden. Alles op z'n plek, of vastgehouden, stonden we klaar om te vertrekken. De buurvrouw had dit nog niet helemaal door of ze nam haar laatste kans waar, want ze stapte schreeuwend haar tent uit en stak een enorme tirade tegen ons af, in het Frans. Wij niet begrijpen, wij dom. Stom mens, nu had ze iedereen op de camping wakker gemaakt. Nou ja, anders had de bus dat wel gedaan. En, wij kregen steun van onze Nederlandse achterbuurman. Zo.

Hans reed de bus naar voren, Inze en Arne gingen betalen, het toilet werd nog eenmaal bezocht en wij waren onderweg ergens tussen 7.30 en 8.00. Inze reed het eerste stuk tot en met Parijs. Achterin werd door de vlakke wegen (Peage, halleluja) en het gebulder van de motor zonder noemenswaardige uitlaat rustig doorgeslapen. Parijs was voor mij een first dus ben ik vast niet de aangewezen persoon om hierover te berichten, maar het was zeker een vliegende start. Parijs is vast prachtig, maar wat ik gezien heb... geen idee. De Arc de Triomphe heb ik daarentegen wel al uitentreuren bekeken. We zijn er zo'n vier keer rond gereden.

Na dus een glimp van enkele bezienswaardigheden van Parijs te hebben opgevangen waren we alweer voorbij deze lichtstad. De reis verliep verder voorspoedig en rond 5 uur kwamen we in Nieuwegein aan waar we Maaike thuis gingen afleveren alsmede wat te eten gingen regelen. Dit keer de oude vertrouwde Hollandse patatekes. Also, nadat we genoeg gegeten en gedronken Rondje Parijs, rondje Parijs, rondje... hadden en voldoende vermaak hadden genoten we in de vorm van foto's kijken, 'duckhunt'(?) spelen en katten pesten vertrokken we weer voor de laatste fase van de rit richting Friesland. Onder het genot van de Cover Top 100 met geheide hits als Hilversum III en Brandend Zand bewogen wij ons al luisterend, lachend en walgend naar huis; zelfs met omweg omdat we anders de cd niet helemaal konden beluisteren. Oja, en Arne kon nog even met de bus in de plassen spelen. In Nederland had het nl. wel geregend. Bij de familie Pronk was er koffie en thee en Edo om onze verhalen kwijt te raken. Tot slot zijn Inze, Hans, Johannes en Femke door Arne thuisgebracht, waarna ieders bed wachtte.


TOP jwerf@biabv.com
ivdlei@xs4all.nl